Als de boodschap is ingestampt
Een man komt voor een consult, omdat het hem op zijn werk over de schoenen loopt. De collega’s negeren hem. Omdat hij uitblinkt in zijn werk, de lat hoog legt en de collega’s het gevoel hebben altijd tegen zijn hoge eisen aan te moeten werken.
Ik vraag hoe het met hem is… hij snapt het niet. Ik doe zo mijn best, zegt hij. Maar de collega’s willen niet meer met me werken, ze vinden me afstandelijk en hooghartig.
Heb je geleerd om je best te doen? vraag ik. Hij vertelt over zijn opvoeding: goed zijn best doen, dominante vader. Zijn vader heeft hem laten merken en voelen dat hij niets was, niets kon. Veel straf, op volkomen onverwachte momenten. Zijn moeder liet het passeren, zij was bang.
Hij heeft geleerd dat hij niet deugt. Dat kan hij verbloemen door heel hard te werken en zijn best te doen. Elke dag is hij bezig om niet door de mand te vallen. Hij blijft op afstand van de collega’s, want anders ontdekken ze dat hij niet deugt.
Hij lacht krampachtig. Hij kijkt naar mij, alsof ik zou ontdekken dat hij niet deugt. Ik kan niet zoveel, zegt hij. Hij lacht met een grimas. Er zit een grote onechtheid in de man.
Wat zou er gebeuren als je wel deugt? vraag ik. Zweten, zweten. Dat kan niet, zegt hij. Ik deug niet, ik doe alsof, ik ben niet echt. Ik trigger iedereen, mijn vader had gelijk.
Een kind zit voor mij, een kind dat is geïndoctrineerd met de boodschap dat hij niet deugt. De collega’s vinden dat ook: zie je wel. Vertel eens aan je collega’s… Volgende week verder.