Als je het voor elkaar hebt
Als je het voor elkaar hebt
Vraag van lezer: Wat wil ik nou eigenlijk echt?
Eigen baas
Een man komt bij mij. Een geslaagde agrariër, hij heeft een goedlopend boerenbedrijf. Hij heeft de boerderij moeten overnemen en van een kleine boerderij, een grote boerderij gemaakt.
Hoe lang is dat al? vraag ik. De laatste vijf jaar gaat het echt heel goed, zegt hij. Hij knikt erbij, een man die het voor elkaar heeft.
Waarom ben je hier? vraag ik. Hij gaat verzitten en zegt: Ik voel me niet goed, passief en somber, depressief.
Duidelijk, maar wat nu? Vertel eens meer? vraag ik.
Ik heb twee medewerkers, zegt hij. Die heb ik goed uitgelegd en geleerd hoe het moet en gaat. Ik hoef zelf niet meer veel te doen. Maar wat dan? Ik vond het opleiden van de medewerkers heel leuk, maar dat hoeft niet meer.
Wat trok je om boer te worden? vraag ik. Het ging zo, zegt hij, en het leek me vrij , maar dat zegt me niet veel meer. Ik ben vrij, maar wat heb ik eraan? Wat hij belangrijk vond is er niet meer.
Wat vind je nu boeiend dan? vraag ik. Opleiden, zegt hij opeens. Dat lijkt me leuk, jonge boeren opleiden.
Wat let je? vraag ik. Hij schudt zijn hoofd. Ze zien me aankomen. Nee, dan had ik meer moeten leren. Dat kan nu niet meer. Die kans is verkeken.
Alles is mogelijk, zeg ik. Weer schudt hij zijn hoofd: niet meer voor hem.
We spreken af dat hij zich oriënteert. Het gaat wat moeizaam, die afspraak.