Als het niet pluis is en je toch blijft

Wanneer vaar je op eigen kompas?

Een man komt weer. Vier jaar geleden is hij ook geweest. Hij werkt al twintig jaar bij dezelfde werkgever. Daar werkt hij met tegenzin. Hij voelt zich dubbel. De mensen, het werk op zich, zegt hij, is okay. Maar de leidinggevenden vertrouwt hij niet. Hij vermoedt dat er dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. Maar hij kan dat niet met zekerheid zeggen.

Hij voelt het zo. Hoe lang al? O, al zeker tien jaar, zegt hij. Toen er een nieuwe leidinggevende gekomen is, is het begonnen. Het is ook niet helemaal zuiver gegaan die sollicitatieprocedure. Eigenlijk was er geen procedure. Opeens was de nieuwe leidinggevende er. Prima vrouw, zegt hij, maar toch.

Dat eeuwigdurende gevoel, dat er iets niet goed is in het bedrijf. Een bedreigend gevoel. Opnieuw spreken we over keuzes die hij heeft, die hij kan maken.

En opnieuw hoor ik tijden niets meer van hem. Dan lees ik in de krant: gedonder bij zijn bedrijf, de hoogste managers hebben de boel getild.

Ik denk aan de man. Hij is nu zijn baan kwijt en het bedrijf gaat per direct failliet. Hij wist het en hij wist het niet. Hij wilde iets doen en hij deed het niet. Hij voelde het en deed alsof hij het niet voelde in de dagelijkse gang van zaken.

Wanneer ga je iets doen? Wanneer vaar je op je eigen kompas? En wanneer ben je niet bij machte om zelf beslissingen te nemen?