Als we elkaar altijd herkennen

Voor mijn werk moet ik veel vliegen. Ik train en werk en coach in veel landen. Dit betekent vertoeven met veel mensen die je niet kent.

Ook dit keer zit ik weer in een vliegtuig, klaar voor de thuisreis. Ik ben als een van de eersten in het vliegtuig en zie de anderen binnenkomen. Dan zie ik iemand die op een vriend lijkt, daarna zie ik iemand die op mijn broer lijkt, daarna lijkt het of een van mijn vriendinnen komt binnenlopen. En daar is een deelnemer aan een van mijn trainingen?

Als we zo kunnen kijken naar elkaar, als we in elkaar degenen herkennen die wij liefhebben en die bij ons horen, kunnen we die anderen omarmen. Kijk, daar komt mijn oude buurman binnen, samen met mijn pedicure-mevrouw met wie ik van die mooie gesprekken heb.

Ze zijn er allemaal om ons heen. De mensen die wij niet kennen, kennen wij toch. Door onszelf heen, horen ze bij ons. Ook de anderen die in ons ook hun dierbaren kunnen herkennen.

Als we elkaar herkennen als mensen, als broers, zussen, neven, nichten, vrienden, buren, dan horen we als één wereld bij elkaar. Dat is een mooie gedachte. Een mooi streven om de ander in onszelf te herkennen en onszelf in de ander te herkennen. Het leert ons iets over ons vermogen tot empathie, inleven, spiegelen, menselijkheid tonen.

Kijk, daar heb je zelfs een oude schoolvriendin, allang uit het oog verloren, en nu komt ze hier zo het vliegtuig binnenlopen!

Ik zink even weg in het verleden. Alles komt voorbij in de mensen die om je heen zijn.