De broer en de schreeuw

De man komt bij mij, hij is schuchter. Nooit eerder bij een psycholoog geweest. Hij zegt dat hij niet weet waar te beginnen met zijn verhaal. Ik zeg: Begin maar in het midden. Hij heeft een goede relatie met zijn broer, al van jongs af aan, maar er is een kink in de kabel gekomen. Samen aan het zeilen in afzonderlijke kleine zeilboten, aan het racen met elkaar, dat doen ze al sinds hun jeugd. Het was stormachtige wind en hij sloeg om met zijn zeilboot. Zijn broer keerde wel terug, maar bleef als bevroren in zijn boot zitten toen hij vlakbij was. De man lag in het water en schreeuwde, maar broer bleef als verlamd zitten. Uiteindelijk kon hij op zijn eigen omgeslagen boot klimmen en toen pas kwam zijn broer eraan om hem met zijn boot op te pikken. Ze hebben niet gesproken, ze zaten stilzwijgend bij elkaar en keken naar de omgeslagen boot. Daarna kwam er hulp van andere zeilers en zijn ze naar de kant gesleept met de boot van zijn broer en zijn boot is door anderen uit het water gehaald. Het was zo stil, zei hij, zo vreselijk stil. We zijn naar huis gegaan, ieder in onze eigen auto. Sindsdien is de relatie vertroebeld geraakt. Ze hebben nog even gebeld en gesproken over de boten, maar niet over dat wat er is gebeurd. Ik dacht, zegt hij, dat ik op mijn broer kon rekenen, altijd en overal. Dat is nu geknakt in mij.
Volgende week verder.