De wieken van de molen – deel II
Vraag van lezer: Doen wat ik zelf wil?
De andere beweging
De rechter is weer bij mij. Ze voelt zich beter, nu ze ontdekt heeft waarom ze haar werk doet. Ik leg uit dat haar ziel zich veel aantrekt van het verdriet van haar familie. Dat de beweging in haar leven is, dat verdriet op te lossen. Dat doen kinderen in een familie waar veel verdriet is. We zijn loyaal aan familie.
Ze snapt wat ik uitleg. Haar eigen hart wil wat anders. Nu ze dit weet en voelt, praten we over wat ze wel wil. Ze kleurt rood, schuifelt met haar voeten. Weet je wat ik wil? Ik durf het eigenlijk niet te zeggen, zo vreemd. Ik wil molenaar worden. Ik heb studie gemaakt van molens en ik zou dolgraag molenaar worden.
Ze durft me niet aan te kijken. Gek hè, zegt ze. Ik heb nu een hele goede baan, maar ik wil het niet meer.
Ik leg uit dat als je heel lang iets doet voor het verdriet van de familie, je zelf je eigen leven tekortdoet. Dat er uiteindelijk toch iets in jezelf ontstaat dat zich afvraagt: Waarom doe ik dit? En voor wie? Waar blijf ik zelf? Zouden opa en oma trots op je zijn?
Ze knikt ferm: Jazeker. Ook als je molenaar wordt? Mijn opa zat in het graan, zegt ze. Ze lacht heel hard. Het verbond met opa blijft, ook als ze haar eigen hart volgt