Eindelijk uit huis gaan op je achtenvijftigste…

De vrouw die zoveel moeite heeft dat ze nooit alleen heeft kunnen zijn met haar ouders, komt weer. Ze heeft met haar broer gesproken. Na al die tijd dat hij bij hun ouders woonde, kon ze spreken met hem, zonder dat haar ouders erbij waren, want haar moeder is als laatste ouder gestorven. Nooit sprak ze ook alleen met haar broer. Nu hebben ze gesproken en moeten ze als broer en zus zaken regelen rondom het geërfde huis. Nooit heeft ze begrepen dat haar broer ook thuis is blijven wonen omdat hij dacht dat hun ouders het samen niet zouden redden. Hun ouders bleken ’s nachts altijd ruzie te hebben en dan was hij er om ertussen te springen en aan te geven dat zij moesten stoppen.

Dat heeft hij nooit tegen zijn zus gezegd. Geduldig heeft hij het oordeel gedragen dat hij lui zou zijn en daarom thuis bleef wonen. Vanuit diepe loyaliteit heeft hij dit lot gedragen en zijn leven vormgegeven om zijn ouders heen.

Broer en zus zijn eindelijk tot elkaar gekomen. De vrouw is nog steeds geschokt, door haar broer die dit nooit verteld heeft. Niet haar broer stond tussen haar ouders en haar in, haar ouders hebben altijd tussen haar en haar broer gestaan.

Het leven heeft een wrange draai gekregen en veel verdriet opgeleverd. Nu hun ouders zijn overleden, wil de broer maar één ding: het huis verkopen en zijn eigen leven beginnen. Hij heeft kennis aan een vrouw. Eindelijk… De vrouw heeft een leven met haar man en kinderen… en een broer die gewoon op visite komt. Wat een rijkdom.