Heel veel Orde, waar is de wanorde?

Een vrouw komt bij mij. Ze is hardwerkend, succesvol en heeft haar gezin op orde, zoals ze zegt. Maar… waarom voel ik het niet? zegt ze.

We praten erop door. Ze is effectief en direct en nogmaals, de zaken zijn op orde. Maar wat is er dan op orde? Alles wat op orde is, is op orde. En als er heel veel orde is, is er ergens ook veel wanorde. De wanorde is in haar.

Ik heb zo mijn best gedaan, zegt ze. Zo mijn best gedaan en nu kan ik er niet van genieten. Ik voel niet zoveel. De tranen komen. Toch voel je wel wat, zeg ik. Ze knikt. Ze voelt veel, maar wat kan ze ermee? Wie zal naar haar luisteren, naar de vrouw die alles op orde heeft? Ze zouden schrikken van de gevoelens, de chaos en tegelijkertijd de leegte in haar.

Maar wat wil ik dan? zegt ze. Dit moet toch gewoon genoeg zijn? Ja, zeg ik, wat wil je echt?

Het floept eruit: dat mijn ouders trots op mij zijn, dat ze mij zien, dat ze zien hoe ik mijn best heb gedaan. Ik kijk naar haar, deze effectieve vrouw, en zeg: In liefde hoef je niet je best te doen. In liefde kun je zijn…

Dat heeft ze niet gevoeld thuis, dat ze kon zijn. Dat het goed was. Wie ze was, wat ze ook deed.

Als je voor een relatie je best moet doen, dan stroomt de liefde niet en wil je de rivier van de liefde duwen. Volgende keer verder…