Het open geheim

Ze heeft het verteld, aan haar zoon, dat zijn vader niet zijn vader is. Haar eerste liefde die ze weer tegenkwam na veertig jaar, is zijn biologische vader. Een onbezonnen daad, uit heimwee naar de jonge liefde die er altijd is gebleven.

De zoon heeft het goed opgevat. Eindelijk weet hij waarom hij zo slecht met zijn zussen kan opschieten. Waarom hij zich zo anders heeft gevoeld. Alleen… hij wil niet dat iemand het te weten komt. Het geheim is nu tussen zijn moeder en hem. Hij gijzelt nu zijn moeder in het stilzwijgen dat ze heeft doorbroken door het met hem te delen. Nu is zij degene die een geheim moet dragen, een geheim dat ze net onthuld heeft.

De vrouw is bij mij en is blij dat het open is, maar vindt dat haar dochters het nu ook moeten weten. De familie wordt gespleten tussen wetenden en onwetenden. De zoon maakt toespelingen in bijeenkomsten, maar het geheim wordt niet gedeeld. De vrouw is er ziek van.

Wat wil jij? vraag ik haar. Ik wil het vertellen en ik wil het nu helemaal open hebben, zegt ze. Van wie is dit geheim eigenlijk? vraag ik. Van mij, zegt ze dan ferm. En van mijn overleden man. Wie mag het dan vertellen? Ik, zegt ze hardop. Zoals ik het gedeeld heb met onze zoon, zo mag ik het ook delen met onze dochters.

Het besluit is genomen, het geheim wordt verworpen! Ze eigent het zich weer toe na al die jaren dat het al van haar was.