Hoe het leven kan zijn
Een man komt bij mij voor een consult. Hij vertelt iets over zijn vragen in het leven. Hij vertrouwt het leven niet zo. Hij vertrouwt eigenlijk niemand meer.
Hij had een jeugd vol hardheid, koudheid en hardvochtigheid. Een arm gezin en hardwerkende ouders die hun hele leven bezig zijn geweest om het te overleven. Geen tijd om te praten, geen tijd voor gevoelens, werken om te overleven en slapen om uit te rusten. Hobby’s: nooit van gehoord. Zondags naar de kerk. Op zaterdag werd het huishouden gedaan en met zeven kinderen was er veel huishouden.
De man is vroeg uit huis gegaan, omdat dat gezegd werd, op zijn zeventiende moest hij vertrekken en had hij het geluk om bij een vakman in dienst te komen en daarvan leerde hij het vak. Deze vakman nam hem op in zijn gezin: hijzelf en zijn vrouw konden geen kinderen krijgen. Hij werd de zoon.
Maar toen de man en de vrouw overleden, werd hij weggejaagd door de rest van de familie. Wie dacht hij wel dat hij was? Zeker op de erfenis uit? Het was een drama, want hij hield echt van de vakman en zijn vrouw. Zij waren ook geen praters, maar ja, ze gaven meer genegenheid dan zijn eigen ouders.
Opnieuw pakte hij zijn boeltje bij elkaar en vond een plek en een baan. Hij trouwde en kreeg drie kinderen. Zijn vrouw wilde na twintig jaar scheiden en nam de kinderen mee in haar gevecht om geld van hem.
Opnieuw staat hij alleen. Wie is nog te vertrouwen? vraagt hij mij.
Ik knik. Er komt nog veel meer…