Hoe sterk is de eenzame fietser?

Een vrouw komt bij mij op consult. Ze vertelt dat ze elke ochtend bang is. Dat ze naar haar werk fietst en de paniek haar langzaam overvalt. Dat het hart haar in de keel zit als ze op haar werk aankomt. Ze heeft minstens 20 minuten nodig om bij te komen.

Hoe lang heb je dit al? vraag ik. O, al heel lang, zegt ze. Ze heeft het op het werk verteld en ze werd doorgestuurd naar ons. Hoe lang? Al meer dan vijftien jaar, ja, toen begon het. Hoe weet je dat zo precies? Ik ben ziek geweest, zestien jaar geleden en na een jaar hersteltijd ging ik weer aan het werk. Toen ik binnenkwam waren ze blij, maar na een kwartier kwam mijn manager binnen en zei: We moeten maar even over je ontslag praten.

Toen werd ze bang. Ze heeft het aangevochten en is gebleven. Ze was alleen ziek geweest, ze functioneerde prima. Ben je nog die vrouw van vijftien jaar geleden die dat overkwam? vraag ik. Ze schudt meteen haar hoofd: Nee, toen was ik ook 38 kilo zwaarder.

Het is die vrouw overkomen en jij bent die vrouw nu niet meer? Nee! schreeuwt ze. Die ben ik niet meer. Ze schrikt er zelf van. Ik ben een andere vrouw geworden. Ik ben nu heel anders.

Na een week komt ze weer.

Hoe is het fietsen gegaan naar het werk? vraag ik. Er is nog een beetje paniek geweest. Maar veel minder. Als je denkt aan jezelf over twee jaar, werk je dan nog steeds bij deze onderneming? Ze denkt van wel. Kun je jezelf ook zien over twee jaar?

Een vreemde vraag, maar ze heeft er wel een beeld van. Is het een fijn beeld om te zien? Jazeker, zegt ze. Ik zie er nog steeds goed uit en ik ben helemaal niet in paniek. Jammer dat je nog twee jaar moet wachten, plaag ik haar een beetje. Ze lacht.

Jij bent nog niet die vrouw van over twee jaar die zonder paniek naar haar werk fietst, zeg ik. Ze fronst. Waarom eigenlijk niet? We maken geen nieuwe afspraak. Ze voelt zich goed als ze weggaat.