Ik heb maar 1 leven.

Ik heb maar één leven.

De vrouw komt weer, de vrouw die zo druk is, de vrouw die niet haar eigen leven leeft. Ze voelt wel dat ze nu niet het leven aan het leven is dat ze zou willen leven. Maar ach ja, zo gaat het leven toch?Ze komt er niet uit. Wat wil ze eigenlijk? We doen samen een oefening, we lopen het leven dat ze nu heeft geleefd en aan het leven is. Ze wordt er treurig van. Ben ik hiervoor geboren? Voor dit leven dat zo leeg aanvoelt? We lopen het leven dat ze wil leven. Een leven met kinderen, met vreugde, met leven om haar heen. Het leven waarin haar man blijft doorwerken, in hetzelfde tempo en waarin zij haar werk en alles zal moeten plooien om de kinderen heen. Want dat is wat haar man zegt: ik verander niets, prima als jij het wilt maar ik doe wat ik blijf doen. Er komt verdriet. Mijn man en ik hebben verbinding op werk, zegt ze, maar verder is er eigenlijk niet zoveel tussen ons. Er komt nog een vraag bij: Wie is de man met wie ik ben eigenlijk? Het woord eigenlijk komt veel voor in haar zinnen. Eigenlijk, wat is het wezenlijke in jouw leven? Ze komt er niet uit, maar dat dit het niet is, weet ze wel. Er moet nog een leven zijn dat ze wel wil leven…

We maken een nieuwe afspraak en zij gaat wandelen, met zichzelf, om te ontdekken wie zij is en wat zij echt wil. Want, zegt ze: Ik voel wel, ik heb maar één leven.