Klaar voor het verlies?
De man komt weer bij mij. Hij wil de vrouw waarmee hij een ‘relatie’ heeft redden, helpen. Beiden een vroeg overleden zus, vroege dood in hun vroege jeugd. Hij wil leven, zij neigt naar de dood. Hij wil haar redden. Zij wil eigenlijk niet gered worden, want dan moet ze weer naar het leven toe. Zij is trouw aan haar zus, die leefde immers ook maar kort?
Hij wil juist langer leven, om zo zijn zus te eren. Zolang hij er is, zolang is zijn zus er ook nog, zij hoort immers bij hem. Nu is hij bij mij. Het aantrekken en afstoten met deze vrouw houdt hij niet langer vol.
Hoe is jouw zus gestorven? vraag ik hem. Hij huilt meteen. Het was een wrede dood, door toedoen van een ander. Hij heeft het niet kunnen voorkomen als klein jongetje, hij heeft wel gezien hoe het ging. Zinloos geweld is een aanslag op de Ziel. Een Ziel komt die slechts heel langzaam te boven. Het kost jaren en jaren.
Ik leg uit dat hij een vrouw heeft getroffen met wie hij dit diepe verdriet deelt over de overleden zussen, zij heeft ook een vroeg gestorven zus, en dat hij nu deze vrouw probeert te redden voor de dood. Hij zucht… ik kan het niet, zegt hij. Klopt, zeg ik, dat gaat niet lukken. Zij moet zelf besluiten dat het leven er voor haar is. Hij knikt… nieuw verlies?