Kracht als lijfsbehoud

Intern beleid, prioriteit overleven

De man die bij mij komt zit vol met adrenaline. Hij beweegt, hij kan bijna niet stilzitten. Ik weet niet hoe het kan, zegt hij. Ik ben eigenlijk heel erg verdrietig, maar zo voelt het niet.

Hij is bezig het huis van zijn ouders op te ruimen. Vlak na elkaar stierven ze. Binnen twee dagen, nog geen maand geleden. Hij is enig kind, getrouwd en heeft twee grote kinderen die al de deur uit zijn. Hij heeft het gevreesd, het overlijden van zijn ouders. Ze hoorden zo bij elkaar, als een drie-eenheid. Hij en zijn ouders, zijn ouders en hij. Ze hadden vroeger niet veel sociale contacten.

Hij snapt zichzelf niet zo. Hij had gedacht dat hij zwak zou zijn en niets meer zou kunnen als dit zou gebeuren, maar hij zit vol energie. Hij heeft zoveel kracht en kan op een dag ongelooflijk veel verzetten.

Ik kijk naar hem en zie dat de energie opgepompt wordt in plaats van dat het stromende energie is en vraag me af wat er gebeurt als alles klaar is. Wat ga je doen als je met alles klaar bent? Als je echt moet voelen dat je niet meer naar je ouders kunt, als het huis weg is, als je moet voelen…?

Hij barst in snikken uit. Die toekomst is veel te pijnlijk, het is zo fijn in het drukke heden. Eerst doen, dan voelen.