Laat je kennen, dan ben je er
De man komt weer. Hij lacht, hij ziet er anders uit. Het gaat niet goed met mij hoor, zegt hij. Maar er twinkelt iets in zijn ogen. Nee? Nee, helemaal niet, zegt hij weer, ik huil en ik huil en ik ben boos en ik heb verdriet, alles door elkaar heen. Af en toe voel ik me wat beter.
Dus het gaat heel goed met je, zeg ik. Hij schudt zijn hoofd. Jazeker, zeg ik, je bent aan het voelen wat je al die jaren niet meer hebt gedaan.
Dat klopt, zegt hij, maar wat moet ik er allemaal mee. Dat gevoel zit me nu danig in de weg, ook op mijn werk ben ik veel emotioneler.
En hoe zijn jouw contacten op het werk? vraag ik. Beter, zegt hij, veel beter. We praten meer en ze snappen het wel als ik wat emotioneel ben. Ze vragen ook veel vaker hoe het met me is.
Dus, vraag ik, is het slechter geworden of beter?
Maar je kunt toch niet zo doorgaan in je leven? vraagt hij. Je kunt toch niet de hele tijd emotioneel zijn? Nee, zeg ik, maar je hebt nog aardig wat jaren in te halen. Hij kijkt mij aan. Al die jaren?
Nou, in ieder geval heel veel. Zijn telefoon laat een piepje horen. Mijn dochter, zegt hij, ze wil mij zien. De emoties vliegen over zijn gezicht. Wat mooi, zeg ik. Alles gaat veranderen omdat jij verandert. Maar hoe? Wat moet ik doen? vraagt hij. Gewoon doorgaan met voelen, zeg ik.
Hij knikt. Onbekend terrein wordt verkend. Het onbekende terrein moet eigen gaan worden, zodat hij mensen kan gaan uitnodigen om hem echt te leren kennen. Je moet je laten kennen in het leven…