De medewerker ontslagen, de zoon behouden deel II
De man die zijn zoon in dienst heeft als medewerker komt bij mij terug. Hij heeft de medewerker ontslagen, maar hij was zo bang dat hij zijn zoon zou verliezen.
We hebben besproken hoe hij dit het beste kon doen. Hij heeft gedaan zoals we het besproken hebben. Hij heeft zijn zoon op kantoor bij zich geroepen. Toen pakte hij een pet, waarop een bordje zat: VADER. Hij zei tegen zijn zoon: Je weet dat ik van je houd. Ik ben je vader, jij bent mijn zoon.
De zoon was wat overbluft, maar zei: Ja, dat weet ik. Het is niet een familie die dat vaak tegen elkaar zegt. Daarna zette de man de pet af en pakte een andere pet, met een bordje DIRECTEUR erop. Als directeur zegt de man: Je bent mijn medewerker en ik heb je diverse keren gevraagd en aangeboden om hulp te zoeken voor je houding in het team. Dat heb je niet aangenomen en ik kan niet met je verder, medewerker. Dus je bent ontslagen.
De jongeman was wederom overbluft. Na een tijdje zei hij: Ik begrijp het wel. Waarop de vader zijn pet afzette en de andere pet met bordje VADER weer opzette en zei: Ik weet dat je ontslagen bent zoon, weet dat ik je zal steunen en dat ik van je houd.
De jongeman moest huilen en zei: Ik snap het pa.
De man laat ook bij mij een traan. Ik ben zo blij dat het goed gegaan is, zegt hij. Mijn zoon is mijn alles, maar het is niet mijn medewerker!