Moederskinderen
De broers zijn weer bij mij gekomen voor een consult. Ze zien er opgelucht uit, nu ze weten dat zij geen volle broers zijn. Ze hebben ontdekt waarom ze niet zo gemakkelijk met elkaar kunnen. Wij zijn verschillend, zeggen ze.
Ze hebben veel met elkaar gepraat sinds de openbaring van hun vader, dat hij al zijn hele leven weet dat zij halfbroers zijn. Dat dat zijn geheim was en dat hij altijd gedaan heeft alsof de jongste ook zijn zoon was. Met liefde, zei de vader, ik heb het met alle liefde gedaan. Dat scheelt een hoop.
De jongste zoon voelt zich geliefd. Zijn biologische vader leeft nog en hij is zeker van plan om deze op te zoeken. Om te ontdekken waar zijn biologische familie vandaan komt. De broers zijn veel dichter bij elkaar gekomen en hebben nog nooit zoveel met elkaar gepraat. Ze hebben wel dezelfde moeder en dat bindt en ze hebben nu nog meer gezamenlijks: ze hebben het familiegeheim ontrafeld.
De verhouding tussen de broers is het omgekeerde van toen zij bij mij kwamen. Ze zijn verbonden geraakt. Zijn ze boos op hun vader? Nee, zeggen ze allebei, in zijn tijd heeft hij het beste gedaan wat hij kon doen. Hij heeft ook aangegeven dat hij vindt dat hij het aan zichzelf te danken heeft. Dat hij naar was tegen hun moeder en dat zij liefde nodig had en hij dat niet kon geven in die tijd.
Later wel en het huwelijk is eerder verstevigd door het geheim en ze hielden van elkaar.
Broers of vrienden? Wie zal het zeggen? In ieder geval allebei moederskinderen. Dat bindt ook.