Niets kunnen doen…
De man komt weer bij mij. Omgeslagen met zijn boot en zijn broer die naast hem voer in zijn eigen zeilboot. Hij verlamde en heeft hem niet uit het water kunnen halen. Hij is zelf op zijn omgeslagen boot geklommen en de broers hebben er niet meer over gesproken. Hij is jouw oudere broer? Jazeker, zes jaar ouder, tussen ons in is een zusje geboren dat tien dagen geleefd heeft. Hij was vier toen ons zusje overleed. We praten nog even door, we ontdekken iets belangrijks. Welke verhalen ken jij? vraag ik hem. Hij: Mijn broer heeft mij verteld dat hij mijn moeder heeft horen schreeuwen toen ons zusje gestorven was. Hij heeft mij dat wel eens verteld. Ik zie dat er een huivering door hem heen trekt. Mijn broer heeft wel eens verteld dat hij niets kon doen toen, zegt hij, dat hij als versteend in zijn bedje lag en onze moeder hoorde schreeuwen en dat zij niet kon ophouden met schreeuwen en huilen. Heb jij geroepen toen je omsloeg met de boot? vroeg ik. Jazeker, zegt hij. Wat riep je? Help mij, help ik sla om! Wat denk je wat er met je broer gebeurd is toen hij jou hoorde schreeuwen? Zijn ogen worden groot. Ik zie dat het ten volle tot hem doordringt. Mijn broer… stamelt hij dan, heeft opnieuw iets meegemaakt en een schreeuw gehoord. Het is goed om naar je broer toe te gaan, zeg ik. Het kan heel goed zijn dat je broer gehertraumatiseerd is door dit gebeuren. De man knikt, hij beseft het en hij gaat weer open voor zijn broer. Die dit allemaal heeft meegemaakt. De man werd geboren na het overleden zusje en werd verwelkomd als het verloren kind…
Volgende week verder.