Onthand of niet te vertrouwen?

Vraag van lezer: Wie is de baas in de familie?

Verbinden, juist in moeilijke tijden

De man is weer gekomen. Zijn vader heeft een hersenbloeding gehad, zijn broers willen hem laten wegglijden in de dood, de man en zijn twee zussen niet. De man ziet er niet goed uit.Hoe gaat het? vraag ik. Niet goed, ik slaap er niet van, zegt hij. We zitten in een impasse. Mijn broers willen niet dat vader behandeld wordt en wij, twee zussen en ik, wel. Wat is voor jou belangrijk? vraag ik. Dat ik alles gedaan heb wat ik kon doen, zegt hij. Dat ik kan zeggen dat ik voor mijn vader heb gezorgd. Het gaat iets beter met pa, hij kan geluid maken en er is minder verlamming. Maar hij kan zichzelf niet redden. Wie is de oudste van jullie? vraag ik. Mijn zus, zegt hij, maar die is niet zo sterk. Mijn broer die daaronder zit neemt meestal beslissingen in de familie. Hij buigt zijn hoofd en zegt: Mijn vader heeft veel voor mij gedaan, ik ben een moeilijk kind geweest. Verslaafd geweest, veel problemen gehad. Nu wil ik hetzelfde doen voor mijn vader. Ik wil er zijn. Ik weet niet of ik dat aankan. Hoe ben je verbonden met je broers? vraag ik. Niet, zegt hij, zij vonden mij ook lastig. Ik ben een nakomer, ik hoor er eigenlijk niet zo bij.

Een familievergadering, zeg ik. En vertel wat jij nodig hebt: er zijn voor je vader. Hij knikt.