Overeind blijven in de Zorg

Twee vrouwen komen samen op consult. Ze hebben besloten om samen te komen, omdat ze samen in een team werken in de Zorg. Het loopt helemaal uit de hand in het team zeggen ze, eentje snikt erbij. We werken ons uit de naad en we moeten alsmaar meer doen. Vertel eens, zeg ik. Ze vertellen dat ze ooit in de zorg gingen omdat ze iets willen betekenen voor anderen, voor mensen die hulp behoeven en omdat het fijn is om mensen te helpen. Nu worden ze afgerekend op elke minuut die ze niet kostendekkend werken. Ze kijken me hulpeloos aan. Hoe moet dit verder? Zelf zijn ze bijna patiënt geworden van het moordende tempo dat de zorg heeft ontwikkeld. Ze vertellen over de managers die altijd wel openstaan voor het luisteren, maar hen ondertussen gewoon verder drijven op cijfers en dat ze zich opgejaagd voelen. Opgejaagd en gecontroleerd. Deze twee vrouwen, die zo graag zorgen en die er zo graag zijn voor de zieke medemens. Ik vraag ze wat ze willen. Rust en ruimte, zeggen ze. De rust om eens stil te kunnen staan bij hun cliënten, ruimte om eens iets extra’s te kunnen doen. Ik geef aan dat ik steeds meer ‘zorg’mensen krijg die zelf omvallen omdat ze hun grenzen niet aangeven, omdat ze vanuit hun wezen zo graag zorgen, dat ze de zorg om zichzelf vergeten. Wie zorgt er voor jullie? vraag ik. Het blijft oorverdovend stil. Overeind blijven in de Zorg? We hebben er inmiddels een hele training voor, opdat we straks toch nog mensen aan onze stoel of ons bed hebben die nog kunnen zorgen voor ons en voor zichzelf.