Elke dag weer

Vraag: Hoe ga ik hiermee om?

Het hart in mijn keel

Hoe ga ik ermee om? vraagt de vrouw aan mij. Ze is bij mij omdat ze hartkloppingen heeft als ze wakker wordt. Omdat ze bang wakker wordt. Het is al een halfjaar gaande. Wat is er gebeurd? vraag ik haar. Ze vertelt dat ze met twee andere collega’s verantwoordelijk is voor de financiële administratie van een organisatie met tweeduizend medewerkers. Dat er eigenlijk allang meer mensen bij hadden gemoeten om die verantwoordelijkheid ook te kunnen dragen. Dat ze een halfjaar geleden op het matje zijn geroepen door hun baas en dat die gedreigd heeft hun te ontslaan. Sindsdien zijn ze alle drie bang geworden.

Waarvoor? vraag ik. Voor ontslag, voor het verliezen van mijn baan, zegt ze. Echt? vraag ik. Ben je daar het bangst voor? Ik zie verwondering op haar gezicht. Waarvoor zou ik anders bang zijn? vraagt ze. Voel eens, zeg ik. Ze zucht. Eigenlijk ben ik gewoon bang voor die man, zegt ze. Voor zijn woede. Voor zijn onverwachtse sneren, voor zijn scheldpartijen. De anderen ook? Dat denk ik eigenlijk wel, zegt ze.
Hoe zou het zijn om dat eens te zeggen? O jee, dat durf ik niet, zegt ze. En met z’n drieën? Zou je dat durven? Dan wel, zegt ze, dan zou ik het wel durven.
Is het iets wat je kunt bespreken met je twee collega’s? vraag ik. Ja, zegt ze, dat ga ik doen!