Ik wil geen wij zijn, hoe doe ik dat?
Ik wil geen wij zijn, hoe doe ik dat?
Wij als vrijbrief voor ik
De vrouw komt bij mij. Ze loopt al heel lang met een vraag. Als 72-jarige is dat geen gemakkelijke vraag. Want ze denkt dat het al te laat is. Te laat waarvoor? vraag ik. Te laat om het te veranderen. Vertel. Ze vertelt een voorbeeld.
De kinderen vroegen laatst of we meegingen op vakantie en dat wil ik heel graag. Maar voordat ik kon antwoorden zei mijn man: Wij houden niet van vakantie. Dat doet hij heel vaak, antwoorden in de wij-vorm. Ik wil dat niet meer. Opeens heb ik daar de pest aan gekregen, zegt ze. Ze schaamt zich een beetje voor dat woord. De pest aan hebben.
Hoe lang is het al wij? vraag ik. Al 60 jaar, zegt ze. Waarom heb je er nu opeens de pest aan?
Omdat ik geen wij meer wil zijn. Ik ben ik. Wat is er gebeurd? vraag ik. Ik ben te lang wij geweest, zegt ze. Ik wil gewoon meer ik zijn. Ik wil zelf voelen wat ik leuk vind. Ik wil zelf beslissen of ik met de kinderen meega op vakantie.
Ze knikt. Er is iets verschoven in deze vrouw. Want, als hij er niet meer is, dan moet ik toch ook weer verder met ik en niet met wij. Ze vertelt dat haar man ziek is en dat de verwachtingen slecht zijn. Terug naar ik of heen naar ik? Volgende week verder.