Mijn zoon is mijn medewerker – deel I

Vraag: Hoe ontsla ik mijn eigen zoon?

Een man komt bij mij. Hij heeft een vraagstuk dat voor hem heel pijnlijk voelt. Jaren geleden heeft hij zijn eigen zoon in dienst genomen. Het bedrijf was nog wat kleiner en dat werkte goed.

Nu het bedrijf gegroeid is en het team groter is geworden, is de dynamiek in het team veranderd. Zijn zoon heeft de neiging de baas te spelen in het team. Hij heeft al meerdere malen gesproken met zijn zoon, maar die kan het maar niet laten.

Nu heeft de man besloten zijn zoon te ontslaan. Maar het ligt als een steen op zijn hart.

Ik vraag: Wie wil de medewerker ontslaan? Hij snapt me niet. Ik vraag weer: Wie wil deze medewerker ontslaan? Ik, zegt hij. Wie? De vader of de directeur? Hij aarzelt even en zegt dan: De directeur.

Precies, zeg ik. Zal de vader nog van de zoon houden als hij ontslagen is? Natuurlijk, zegt hij. Ik houd van mijn zoon. Wil de directeur deze medewerker nog in dienst houden? Nee, zegt hij, de directeur is er wel klaar mee. Maar hoe doe ik het dan?

Daar heb je een speciale methodiek voor nodig, zeg ik tegen hem. Want anders wordt de familieband ernstig beschadigd. Hij knikt. Daar is hij ook zo bang voor.

Het kan heel mooi gedaan worden, zeg ik tegen hem. We spreken het door. Volgende week verder.